Katten
Een onafhankelijk dier met een eigen karakter, die zich niet altijd even goed door de mens laten leiden zoals een hond. Ondanks dat zijn katten erg populair als huisdier. Ze zijn er dan ook in verschillende soorten en maten. Zo zijn er lieve aanhankelijke schootkatten, de echte buitenkatten, de blijf-van-mijn-lijf-katten, de echte raskatten, de Europese kortharen en alles wat daartussen zit.
Onderwerpen
De aanschaf van een kitten of kat vergt net wat minder voorbereidingen dan bijvoorbeeld een hond, omdat ze relatief makkelijker te houden zijn. Echter komen er alsnog veel dingen kijken bij het hebben van een kat en is het erg belangrijk om van te voren goed over verschillende zaken na te denken. Hierbij kunt u denken aan:
- Welke kat past het beste bij mij, mijn gezin en/of woonsituatie?
- Waar kan ik op een betrouwbare manier een kat kopen?
- Kies is voor een kitten, oudere kat uit het asiel of een herplaatser? En ga ik dan voor raszuivere kat of een kruising?
- Wat kost het nou eigenlijk een kat te hebben?
- Heb ik wel voldoende tijd en ruimte voor een kat?
Dit zijn allemaal belangrijke vragen om vooraf goed over na te denken, zodat u zolang mogelijk plezier van uw kat kan hebben.
Voor extra tips en informatie verwijzen wij u graag naar de website van de LICG. Zij verstrekken erg veel informatie over het aanschaffen en hebben van een kat:
Mocht u vragen hebben, neem dan graag contact met ons op!
Vaccinaties
Uw kat heeft verschillende vaccinaties nodig om te voorkomen dat hij/zij ziek wordt. Door middel van een vaccinatie worden er antistoffen tegen verschillende ziektes gemaakt, waardoor de weerstand van uw kat tegen verschillende ziektes beter wordt. Dit zorgt ervoor dat uw kat beter beschermd is voor bepaalde ziektes en de kans aanzienlijk kleiner wordt dat uw hond de ziekte oploopt. Om deze bescherming te behouden, dienen vaccinaties herhaald te worden. Hiervoor wordt het volgende vaccinatieschema gehanteerd:
*De Nobivac Bb vaccinatie mag vanaf een leeftijd van 9 weken gegeven worden en moet vervolgens jaarlijks herhaald worden. Deze vaccinatie kan verplicht zijn bij verschillende kattenpensions.
** De rabies vaccinatie mag vanaf een leeftijd van 12 weken gegeven worden en is hierna 3 jaar geldig. Deze vaccinatie is verplicht als u met uw hond de Nederlandse grens overgaat naar het buitenland. Deze vaccinatie moet minimaal 3 weken voor vertrek gegeven zijn.
Tijdens het vaccinatie consult wordt uw dier ook helemaal nagekeken. Die vaccinaties worden bijgehouden in het paspoort/vaccinatieboekje van uw kat. Wij verzoeken u dan ook om het paspoort mee te nemen naar de vaccinatie afspraak.
Titerbepaling: VacciCheck
Bovenstaand vaccinatieschema is zo opgesteld dat het vrijwel zeker is dat de hoeveelheid antilichamen in het bloed van uw kat hoog genoeg blijft om hem/haar goed te beschermen. Echter kan het dus zijn dat de hoeveelheid antilichamen van uw kat nog hoog genoeg is en uw kat niet perse opnieuw gevaccineerd dient te worden voor bepaalde ziekteverwekkers op dat moment. Om hierachter te komen, kunt u kiezen voor een Vaccicheck titerbepaling. Het kan overigens geen kwaad als uw kat dan toch een vaccinatie zou krijgen, tenzij uw kat veel last van de bijwerkingen heeft van een vaccin.
Voor een titerbepaling wordt er een kleine hoeveelheid bloed afgenomen en wordt er dus gekeken of er nog voldoende antilichamen aanwezig zijn. Als het aantal antilichamen nog hoog genoeg is, kan er besloten worden om over een bepaalde periode opnieuw een titerbepaling uit te voeren. Is het aantal te laag, dient er opnieuw gevaccineerd te worden om het lichaam weer voldoende bescherming tegen betreffende ziekteverwekkers te geven.
Voor de kat is er maar één betrouwbare titertesten, namelijk voor kattenziekte. De niesziekte vaccinatie dient jaarlijks herhaald te worden.
Titeren is dus geen alternatief waardoor er niet meer gevaccineerd hoeft te worden, maar een check om te kijken of de vaccinatie weer nodig is. Vaccineren en titeren werken samen om te zorgen dat uw kat goed beschermd blijft.
In tegenstelling tot bij honden, is het chippen van katten niet verplicht, maar wel ten zeerste aan te raden. Als uw kat ooit ontsnapt of de weg naar huis niet meer kan vinden, is het natuurlijk erg fijn als hij/zij weer terug herleidt kan worden naar u als eigenaar.
Een chip is een klein buisje, ter grootte van een rijstkorrel, waar een microchip in zit geplaatst. Deze chip wordt onder de huid van uw kat wordt geplaatst. Aan deze chip zit een registratienummer gekoppeld, welke kan worden uitgelezen door middel van een speciale chipreader. U kunt uw gegevens koppelen aan dit registratienummer, zodat als uw kat gevonden wordt, hij/zij terug herleid kan worden naar uw gegevens.
Ook als u een oudere kat van iemand overneemt of uit een asiel haalt, is het belangrijk om te laten controleren of hij/zij gechipt is. Zo ja, is het van belang om uw eigen gegevens aan het chipnummer te koppelen. U kunt op www.chipnummer.nl controleren hoe en bij welke databank uw kat geregistreerd staat. Als er geen chip aanwezig is, kunt u deze alsnog laten plaatsen bij ons.
Houdt er rekening mee dat als u verhuist of een nieuw telefoonnummer heeft gekregen, deze gegevens ook bij de databank waar de chip van uw kat geregistreerd is doorgegeven dienen te worden.
Wormen zijn parasieten waar honden en katten op elke leeftijd besmet mee kunnen raken, waarvan sommige wormen ook een risico voor de mens kunnen vormen. Belangrijke wormsoorten zijn spoel-, haak- en lintwormen. De volwassen wormen leven in de dunne darm van dieren. Daarnaast zijn er ook nog longwormen, welke in de longen leven, en de Franse hartwormen, welke in en rondom het hart leven.
Er zijn verschillende manieren waarop uw dier besmet kan raken met wormen:
- Het opnemen van eitjes met daarin de larve van wormen na contact met de grond.
- Het eten van besmette ontlasting.
- Het opnemen van larven door het eten van besmette knaagdieren, rauw vlees of karkassen.
- Na de geboorte kan moederpoes haar kittens besmetten via de moedermelk.
Vaak verdragen honden en katten een wormbesmetting goed en worden er alleen wormeitjes in de ontlasting uitgescheiden die met het blote oog niet zichtbaar zijn. Klachten komen vaak pas voor bij jonge dieren of bij zware besmetting waarbij er wel wormen worden uitgepoept, uitgebraakt of opgehoest. Echter zijn er ook wormen die bij een lichte besmetting al ernstige klachten kunnen geven, denk hierbij aan de Franse hartworm. Symptomen van een wormbesmetting zijn onder andere conditieverlies, lusteloosheid, gewichtsverlies, jeuk rondom de anus, diarree of luchtwegproblemen. Neem in zulke gevallen contact met ons op.
Het risico op een wormbesmetting kan verminderd worden door de bestrijding van wormen bij uw huisdier. Regelmatig ontwormen is dan ook van belang, zie hieronder het ontwormingsadvies wat wij hanteren. Daarnaast is het van belang om de omgevingsbesmetting met eitjes en larven te verminderen, door de ontlasting van uw huisdier altijd op te ruimen.
Als u met uw kat naar het buitenland gaat, kan hij/zij daar ook besmet worden met andere wormsoorten. Neem contact met ons op als u van plan bent om met uw kat naar het buitenland te reizen, zodat we u kunnen informeren over de beste bescherming tegen exotische wormsoorten.
Ontwormschema:
Het is belangrijk dat u een goed ontwormingsmiddel gebruikt, welke ook werkzaam is tegen alle belangrijke wormsoorten. Deze kunt u bij ons op de praktijk verkrijgen.
Na dit schema is het algemene advies om uw kat 4x per jaar te ontwormen. Een alternatief voor (preventief) ontwormen is een ontlastingsonderzoek laten doen. Hierbij levert u wat ontlasting van uw dier in en kijken wij of er een wormbesmetting aanwezig is. Aan de hand daarvan kan bepaald worden of uw dier behandeld moet worden of niet.
Echter kan het zijn dat uw kat vaker of minder vaak ontwormd hoeft te worden, afhankelijk van in welke risicogroep hij/zij zich bevindt. Om deze risicogroep voor uw kat te bepalen, kunt u het stroomdiagram van de ESCCAP raadplegen. Voor verdere vragen of adviezen kunt u contact met ons opnemen.
Je krijgt er al bijna kriebels van als je eraan denkt, vlooien, teken en mijten. Deze beestjes zitten overal in bossen, parken en ook in uw eigen tuin. Ze kunnen veel overlast geven aan uw huisdier en ze zelfs ernstig ziek maken door de overdracht van bepaalde ziektes. Het is dan ook erg belangrijk om te voorkomen dat uw dier met dergelijke beestjes besmet raakt en mocht er toch een besmetting hebben plaatsgevonden, deze snel behandeld wordt. Een vlooienbesmetting is bijvoorbeeld erg moeilijk en intensief om te bestrijden, zeker omdat de gehele thuisomgeving ook besmet raakt. Voorkomen is daarom beter dan genezen!
De meest voorkomende klachten van vlooien en mijten zijn jeuk, wat zich uit in bijten, krabben, likken en schuren. Bij een mijtinfectie of een vlooienallergie kan de huid op plekken kaal en verdikt zijn en kunnen er wondjes ontstaan. Als uw dier vaak teken heeft, kunnen er ook ziektes overgedragen worden, zoals de ziekte van Lyme, Babesia en Ehrlichia. Klachten hierbij kunnen ook jeuk en huidirritatie zijn, maar ook algehele malaise en bloedarmoede. Heeft u dier dergelijke klachten, neem dan contact met ons op, zodat we deze zo snel mogelijk kunnen verlichten voor uw dier.
Een goed bestrijdingsmiddel is in alle gevallen erg belangrijk. Er zijn erg veel middelen op de markt in verschillende maten en vormen: pipetten, tabletten, halsbanden, shampoos en sprays. Helaas zijn ook middelen verkrijgbaar die niet minder goed werken of waar resistentie voor is. Wij kunnen u goed informeren over het beste middel voor uw dier.
Ziektekostenverzekeringen voor huisdieren worden steeds populairder en er zijn steeds meer verzekeringsmaatschappijen die dergelijke verzekeringen aanbieden. Het afsluiten hiervan kan zeker voordelen hebben.
Een ongeluk zit soms in een klein hoekje en bij bepaalde diagnostische onderzoeken of (spoed)behandelingen kunnen de kosten al snel hoog oplopen. In zulke gevallen geeft het een gerust gevoel dat uw dier toch de juiste zorg kan krijgen, terwijl de verzekering (grotendeels) opdraagt voor deze kosten, zeker als uw eigen budget niet toereikend.
Het is wel verstandig om u van te voren goed te oriënteren, aangezien het aanbod groot is. Er zijn vaak verschillende verzekeringspakketten beschikbaar, waarbij bepaalde onderzoeken of behandelingen wel of niet vergoed worden of tot een bepaald bedrag. Het ras en de leeftijd van uw dier spelen hierbij vaak ook een rol. Om te bepalen welke verzekering het beste bij u past, kan de website van verzeker je huisdier een handige tool zijn.
Een sterilisatie van een poes of een castratie van een kater zijn de meest uitgevoerde routine operaties. Deze ingrepen hebben verschillende voor- en nadelen en zullen hieronder op een rijtje worden gezet.
Sterilisatie poes
Poezen worden meestal vanaf de 6 maanden leeftijd krols worden en zijn daarmee dan ook al vruchtbaar. Een krolse poes vertoont ander gedrag dan normaal: erg aanhankelijk, actief en levendig, erg vocaal (vaak en hard miauwen), ze kunnen soms afwijkend plasgedrag vertonen en willen graag bij hun achterste aangehaald worden. De duur van een krolsheid varieert tussen enkele dagen tot 2-3 weken. Enkele dagen na het stoppen van de ene krolsheid, begint vaak de volgende krolsheid alweer. De periode waarin poezen krols worden, loopt vaak van het vroege voorjaar tot in het late najaar. Dit is dan voor veel katteneigenaren ook dé reden om een poes te laten steriliseren als er geen nestje meer gewenst is.
Voordelen:
- Geen krolsheden meer.
- Geen ongewenste dekkingen meer.
- Geen kans meer op baarmoederontsteking.
- Verminderde kans op het ontwikkelen van melkkliertumoren.
Nadelen:
- Meer aanleg voor gewichtstoename (welke goed te voorkomen is door gepast voedingsadvies).
Als uw poes naar buiten gaat, is het verstandig om haar al voor de eerste krolsheid, rond de 6 maanden, te laten steriliseren, zodat ze niet ongewenst door een buurkater gedekt kan worden. Blijft uw poes binnen, kunt u ook de eerste krolsheid afwachten en daarna een afspraak voor sterilisatie inplannen.
Bij de sterilisatie van uw poes worden de eierstokken (en indien afwijkend ook de baarmoeder) chirurgisch via een kleine snede in de buikwand verwijderd, waardoor er geen geslachtshormonen meer worden geproduceerd. Katten herstellen altijd erg snel na de operatie en zijn meestal binnen 1 à 2 dagen weer helemaal de oude.
Poezenpil
Wilt u in de toekomst nog wel een nestje, maar wilt u daarvoor liever geen last hebben van krolsheden, dan bestaat er nog de poezenpil als tussen oplossing. De poezenpil voorkomt krolsheid, waardoor een poes niet drachtig kan worden. Echter geeft langdurig gebruik van deze poezenpil veel vervelende bijwerkingen, zoals gewichtstoename, melkkliertumoren, suikerziekte en acromegalie.
Castratie kater
Katers worden vanaf een leeftijd van 5 à 6 maanden vruchtbaar. De meeste katers krijgen dan sterk de drang om zijn territorium af te bakenen in de vorm van markeergedrag. Dit houdt in dat de kater met zijn staart omhoog en met trillende bewegingen urine tegen verschillende objecten sproeit. Hiermee laat hij zijn geur achter en krijgt hij zelf ook een andere meer penetrante lichaamsgeur. Als katers buiten komen gaat dit ook vaak gepaard met vechtgedrag met andere katten die in zijn territorium komen. Katers die met regelmaat vechten zijn gevoeliger voor het oplopen van ernstige virussen zoals FIV en FeLV en hebben regelmatig vechtabcessen. Dit is dan voor veel katteneigenaren ook dé reden om een kater te laten castreren.
Voordelen:
- Uw kater kan geen poezen meer ongewenst bevruchten.
- Het sproeigedrag en katergeur verdwijnt in de meeste gevallen.
- Minder drang om op pad te gaan en ze worden vaak iets aanhankelijker in huis.
- De drang om te vechten wordt minder, waardoor er minder kans is op ziektes en ontstekingen.
Nadelen:
- Meer aanleg voor gewichtstoename (welke goed te voorkomen is door gepast voedingsadvies).
- Er bestaat altijd een kleine kans dat het sproeigedrag toch aanwezig blijft.
Katers worden meestal vanaf een leeftijd van 6 maanden gecastreerd. Echter bij bepaalde kattenrassen is het verstandiger om ze eerst uit te laten groeien voordat er een castratie wordt uitgevoerd. In sommige gevallen zit een kater samen met een niet gesteriliseerde poes of vertonen katers al extreem markeer/sproeigedrag op jonge leeftijd, waardoor er eventueel in overleg al op jongere leeftijd gecastreerd wordt. Hoe langer een kater namelijk sproeigedrag uitoefent, hoe kleiner de kans dat dit gedrag verdwijnt na castratie.
Bij de castratie van uw kater worden de testikels via twee kleine sneetjes in het scrotum verwijderd, waardoor er geen geslachtshormonen meer worden geproduceerd. De sneetjes hoeven niet gehecht te worden, maar genezen vanzelf. Katten herstellen altijd erg snel na de operatie en zijn meestal binnen 1 à 2 dagen weer helemaal de oude.